
In Rome is 21 april een dag om niet te vergeten. In 753 vóór Christus stichtte Romulus de stad. Sindsdien wordt die dag trouw herdacht en gefeest.
Op de feesttafel van de antieke Romeinen stond gierst, speltbrood, melk, honing, schapenkaas, artisjokken, paddenstoelen, oesters… en wijnruit. Dat was een tegengif tegen giftige paddenstoelen, maar ook tegen weerwolven, vloeken , het boze oog en een magische ingrediënt in tovermiddeltjes.
In het Romeinse familieleven hebben de maaltijden altijd een belangrijke plaats ingenomen. Tweeduizend jaar later is dat nog altijd zo. En je weet maar nooit, een ietsje fijngehakte wijnruit kun je mengen onder de sla of in de mayonaise bij gekookte vis.
In het spoor van het oude Rome kun je Bruschetta, de typische geroosterde sneetjes brood, op tafel zetten met populaire antieke sausjes. Sampsa met een paté van olijven en een roombrie of Moretum, met look, koriander, wijnruit, geraspte pecorinokaas en extra vergine olijfolie.
Of waarom zich niet wagen aan de Ova Elixa, volgens het recept van de eerste Romeinse kok, Apicio? Hiervoor vul je hardgekookte eieren met een crème van de eierdooiers, ansjovissen, die je in olijfolie oplost, peper, een scheut witte wijn en het sap van 1 teentje knoflook.
Schenk hierbij een robijnrode Vinum Caesanum, uit de antieke wijngaarden van de regio Latium, nu op de markt als Cesanese del Piglio DOCG. Deze heeft een zachte, fluwelige smaak… het eerste glas op de zonnige wijnroute van de Cesanese.